start  //  voorwoord  //  fotoalbum  //  reisverslag  //  links  //  e-mail
  

Reisverslag

Het reisverslag is ook beschikbaar in MS-Word of PDF formaat download ze hier, MS-Word (14 Mb.)  of    PDF (4 Mb.) .
Om de documenten op te slaan, klik dan met de rechtermuisknop op het betreffende icoon en selecteer "opslaan als".

 

Voorwoord

“WIE GAAT ER MEE NAAR ISRAËL, KORT NA PASEN 2006 ??”

Zo luidt de oproep in het Kerkblad van Hervormd Gouda in de zomer van 2005.
Onze predikanten, de ervaren ds. Van der Laan en ds. Abma hebben het plan opgevat om met gemeenteleden 11 dagen op stap te gaan naar Israël en de bekende ´heilige´ plaatsen te bezoeken.
Er worden 3 informatieavonden belegd in het Anker, wat uiteindelijk leidt tot een groep van 26 deelnemers.

 

Maandag 24 april: Op weg naar Israël

Ons reisschema voor die dag luidt: Amsterdam – Larnaca per CY (Cyprus Air) 499, vertrektijd 15.00 uur en vervolgens van Larnaca naar Tel Aviv per CY 428, vertrektijd 22.35 uur. Aankomst Tel Aviv 23.30 uur. Na aankomst in Tel Aviv zullen we per bus verder reizen naar Arad.
Om 10 uur worden wij verwacht in “De Brug”, alwaar ds. Van der Laan, (die we gedurende de reis met Henk zullen aanspreken) nog wat mededelingen doet en een bedevaartslied, Psalm 121 voorleest en bidt om een veilige reis. Klokslag half 11 vertrekt de bus, nagezwaaid door de thuisblijvers.
Zo’n anderhalf uur later arriveren we op Schiphol en kunnen al snel inchecken aan een speciale balierij. Dat gaat allemaal vlot, maar tijdens het inchecken wordt er een vertraging bekendgemaakt van bijna 2 uur. Dat is pech. Met snel rekenen wordt duidelijk dat we hoogstwaarschijnlijk toch de aansluiting in Larnaca zouden moeten kunnen halen.

Het probleem is dan meestal niet de passagiers, die op eigen benen naar de uitgang lopen. Maar de koffers die uitgeladen moeten worden, over het platform naar het volgende vliegtuig vervoerd en daar weer ingeladen moeten worden. Door de vertraging hebben we ruim de tijd om Schiphol te verkennen en koffie te drinken.

De reis verloopt verder uitstekend, totdat we bij aankomst in Tel Aviv inderdaad worden geconfronteerd met de vermissing van 7 (zeven) koffers. Dat geeft op het vliegveld in de aankomsthal nog het e.e.a. aan administratie (de computer is ook even “down”) en dus oponthoud. De koffers zullen we pas weer zien bij aankomst in ons hotel in Jeruzalem 2 dagen later. Maar eerst gaan we naar Arad.
Als we tenslotte buiten het vliegveld Ben Gurion staan, maken we kennis met onze Israëlische gids voor de reis en zijn naam is SALOMON. Het grappige blijkt te zijn dat Salomon notabene is geboren in Gouda, op de Ridder van Catsweg. Een leuke samenloop van omstandigheden. Door de donkere nacht rijden we in anderhalf uur naar Arad waar we omstreeks half 3 arriveren in het Inbar Hotel. Het is te laat voor de avondsluiting en iedereen gaat graag de kamer zoeken en naar bed. Op de kamer staat voor iedereen nog een koude schotel, met broodjes en een paar plakken vlees.

Riet

 

Dinsdag 25 april: Ein Gedi, Dode Zee en Massada

We worden na een korte nacht van pakweg 4 uur al om half negen gewekt, om ongeveer om kwart over tien te kunnen vertrekken. Na het wat ongewone maar overheerlijk Israëlische ontbijt in ons hotel te Arad is er nog tijd om te pinnen en water te halen. Israël gedenkt vandaag de Holocaust en om 10.00 uur gaat er een sirene waarop iedereen 2 minuten stil is. Vandaag gaan we naar de Dode Zee, Ein Gedi en beklimmen we de Massada. Er is echter wel sprake van een lichte paniek want het regent en de thermometer wijst amper 10° C aan, wat moeten we aantrekken en blijft het weer zo? Onze gids Salomon zegt dat dit zeer uitzonderlijk is en maar twee of drie keer per jaar voorkomt en hij verzekert ons dat het zeker 20° C zal worden vandaag.
Van Arad dalen we via een natte glibberige weg zo’n 1000 meter af naar de Dode Zee, Joram is echter een kundig chauffeur. Een mooie tocht en zie, daar breken de eerste zonnestralen al door de wolken. We rijden langs de Dode Zee die zo’n 400 meter beneden de zeespiegel ligt naar de Oase ‘En Gedi’ waar we gaan wandelen naar de waterval van Shulamit. Salomon legt uit dat ‘En’ (Ein) in het Hebreeuws ‘oog’ of ‘bron’ betekent. In dit natuurpark zijn diverse dieren te bewonderen, en plotseling staan we oog in oog met een paar klipdassen die zich rustig laten fotograferen. Het is ook op deze plaats waar David zich voor koning Saul verborg toen deze hem naar het leven stond. We zien de spelonken waar David met zijn mannen zich schuilhielden en waarin Saul zich vervolgens terugtrok om ‘zijn voeten te bedekken’, waarbij David een stuk van zijn mantel afsneed. Hette Abma leest dit gedeelte uit 1 Samuël 24. Halverwege bij een klein meertje pauzeren we even en lezen een gedeelte uit Genesis 18 waar de HERE Abraham bezoekt en beschreven wordt hoe belangrijk water is, Abraham zegt dan: Laat toch wat water gehaald worden en wast uw voeten, en vlijt u neder onder een boom, dan wil ik een bete broods gaan halen opdat gij uw hart versterkt. Omdat het toch wel een vermoeiende tocht is en de temperatuur inmiddels ruim boven de 25° C is gekomen, besluit een deel van de groep terug te gaan, terwijl de rest doorklimt naar de waterval die van zo’n 20 meter hoog naar beneden stort.

Voor de lunch gaan we naar Ein Boqeq aan de Dode Zee, waar we kunnen kiezen uit een stokbrood met tonijn of kaas en frisdrank. Daar is ook de mogelijkheid om te drijven in de Dode Zee. Salomon waarschuwt ons om toch vooral voorzichtig te zijn en op te passen voor het zoute en mineraalrijke water van de Dode Zee. Bij een zoutgehalte van meer dan 25% blijf je drijven en het is onmogelijk je benen onder water te houden, wat een heel bijzondere ervaring is. Het water is bijzonder zacht, het lijkt wel olie en is heel goed voor de huid. Ook mensen met reumatiek hebben er baat bij, zodat er langs de Dode Zee diverse kuuroorden zijn. Israël wint uit de Dode Zee allerlei mineralen en dit vormt een belangrijke bron van inkomsten voor het land.

De berg Massada ligt slechts op een paar kilometer afstand, maar er is vanaf deze kant geen weg en daarom moeten we via Arad weer terug naar de westkant van de berg, ruim 100 km rijden. Beneden aan de burcht geeft Salomon eerst een korte uitleg. Het is met name Herodus de Grote geweest die deze burcht heeft versterkt en verfraaid. Een Tristram’s Starling, een soort merel met goudkleurige vleugels, die we bij En Gedi ook al hebben gezien, eet zomaar uit Gerben’s hand. Sommigen van onze groep zien er na alle vermoeienissen van de afgelopen 24 uur niet overheen om de klim naar de top te maken en blijven beneden achter. Boven op de Massada hebben we vanaf 450 meter hoogte prachtig zicht op de Dode Zee vlakte onder ons. Aangezien de hekken om vijf uur sluiten, moeten we ons beperken. We bekijken een paleis van Herodes met prachtige non-figuratieve mozaïek vloeren. Verder nog een ruimte die in de 3e eeuw is verbouwd tot een Byzantijnse kerk en als laatste de Synagoge. Salomon wijst ons ook op de dubbele verdedigingsmuur, enerzijds als militair bouwwerk, maar anderzijds ook als plaats waar men kon verblijven zonder dat men echt in de stad was. Hij stelt dat Rachab in Jericho ook ‘tussen’ en niet ´op´ de muren haar bedrijf had. De Massada is vooral bekend van het Joods verzet tegen de Romeinen. De laatste Joodse vrijheidsstrijders (Zeloten) trokken zich na de val van Jeruzalem in 70 na Chr. op deze burcht terug. De Romeinen belegerden de vesting en wierpen een wal op, vanwaar ze de muren beschoten. De bres in de muur is nog goed zichtbaar. Daar de Zeloten zich niet wilden overgeven hebben ze de hand aan zichzelf geslagen. Flavius Josefus verhaalt dat 960 mannen, vrouwen en kinderen hier de dood vonden. Lange tijd zijn hier ook de Israëlische officieren beëdigd, maar inmiddels is men daar weer van teruggekomen, aangezien zelfmoord toch niet past bij de Joodse denkwijze over het leven.
Terug in het hotel is er nog wat tijd om ons wat op te frissen, water en of kleren te kopen (we missen nog steeds 7 koffers!), waarna we om 19.00 uur aan het diner worden verwacht. Bij de avondsluiting kunnen we terugzien op een mooie dag. Het is jammer dat we vanwege de late start zo kort op de Massada zijn geweest, maar door omstandigheden kon het niet anders. We zingen: Uw woord is een lamp voor mijn voet en een licht op mijn pad. (Lied 17), waarna Ds. Hette Abma stil staat bij diverse gedeelten uit de bijbel waar de Dode Zee ter sprake komt, zoals de geschiedenis van Abraham en Lot, waar Lot onbeschaamd kiest voor de vruchtbare vlakte en Abraham de dorre woestijn laat; Gods oordeel over Sodom en Gomorra en Abrahams pleidooi voor de tien rechtvaardigen (die er niet waren). Maar ook uit Ezechiël 47 waar de Here God een geweldige belofte geeft voor deze onvruchtbare streek. Er zal een rivier uit de tempel vloeien (3e tempel?) en de wateren van de Dode Zee weer gezond maken, ja er zal weer zeer veel vis zijn en vissers zullen langs de kant staan van En Gedi tot En-Eglaïm. Onbegrijpelijk als je gezien hebt hoe troosteloos het er nu is, maar bij God is niets onmogelijk.
We sluiten deze dag af met het zingen van Lied 32: De dorre vlakte der woestijnen zal zich verblijden eindeloos, de zandzee zal herschapen schijnen, want bloeien zal ze als een roos. Eens zal de onvruchtbaarheid -waar ook de Dode Zee een symbool van is- overwonnen worden. Iedereen gaat daarna spoorslags naar bed om wat nachtrust in te halen. Alleen Hette en Salomon blijven nog napraten over de vervulling van de profetie van Ezechiël, Salomon is daarbij van oordeel dat de profetie al vervuld is en de zee haar vruchten geeft in de vorm van mineralen.

Hannie en Marius

 

Woensdag 26 april: Qumran, Olijfberg, Dominus Flevit en Gethsemane

Om half zeven worden we gewekt door de hotelwekker, waarna we om 7 uur genoten van een uitgebreid ontbijt. Om 8 uur vertrekken we met de bus uit Arad richting de Dode Zee. Salomon stelt ons een verrassing in het vooruitzicht. Onderweg stoppen bij de Zoutberg (Zoutberg komt van Zoar = water en zout). Zout was dan ook zeer kostbaar. Bij de Zoutberg zou de vrouw van Lot veranderd zijn in een zoutpilaar. Voor thuis hebben we stukjes zoutsteen meegenomen en voor de St. Jan en Pauluskerk twee flinke brokken. Na een tijd verder gereden te hebben, zien we ineens een grote groep kamelen met een knecht de weg oversteken. Op de berg tegenover de groep kamelen komt tegelijkertijd een kudde schapen met herder. De bomen die we onderweg steeds zien (met het platte dakje), zijn acacia’s. Het hout van deze bomen werd ook gebruikt voor de tempelbouw.
Na een prachtige rit arriveren we in Qumram. In Qumram is een verbluffende ontdekking gedaan. Hier zijn per ongeluk door een herdersjongen boekrollen, de zgn. Dode Zee rollen gevonden. De woestijn heeft hun bestaan 2000 jaar geheim gehouden.
Na gegeten en gewinkeld te hebben vertrokken we om 12.45 uur weer uit Qumram. Nu gaan we richting Jeruzalem waar we 5 nachten zullen blijven. Bij de nadering van Jeruzalem zingen we als intochtslied Psalm 122. We zijn allen onder de indruk van dit toch bijzondere moment in ons leven: Jeruzalem met de gouden koepel te zien opdoemen.

De bus brengt ons naar de top van de Olijfberg, vanwaar we via Dominus Flevit naar beneden lopen. Dominus Flevit betekent: “De Heer heeft geweend”. Jezus weende over het lot van Jeruzalem.
In het kerkje met dezelfde naam hebben we gezongen, waarbij Anne op het Kabinet Harmonium speelde. Na het zingen lopen we naar de Joodse begraafplaats en verder naar de Hof van Gethsemane. Dit is de plaats waar Jezus zijn strijd streed met zijn Vader. Dit wordt prachtig weergegeven op een prachtige sculptuur in de muur. In de Hof staan eeuwenoude olijfbomen en inmiddels is hier een tuin gemaakt. Op deze plaats wordt een groepsfoto gemaakt die we ’s-avonds bij de fotograaf kunnen kopen (de foto is prima gelukt). Naast de Hof is de ‘Church of all Nations’, waar heel veel diensten worden gehouden en waar ook veel wordt gezongen door bezoekers. Het is ook een heel speciale plek voor bezinning.
Om ongeveer 17.00 uur arriveren we in het Jerusalem Gold Hotel , waar inmiddels ook de 7 zoekgeraakte koffers zijn bezorgd. Om 19.00 uur wacht ons een heerlijk diner.
Ds. Abma houdt de avondsluiting, terwijl Gerben ons zingen begeleidt met de gitaar.
Na een lange en mooie dag gaan we moe, maar voldaan, naar bed.

Nolly en Rita

 

Donderdag 27 april: Bethesda, Jeruzalem, Via Dolorosa, Heilige Grafkerk, en de Klaagmuur

Om kwart over zes loopt de hotelwekker af en vanaf kwart voor zeven is er het ontbijtbuffet. Het is de bedoeling dat we om half acht vertrekken, maar dat wordt kwart voor acht. Vandaag gaan we Jeruzalem bezichtigen. Het eerst komen we bij de Leeuwenpoort. Deze 400 jaar oude poort is door Sultan Suleiman de Grote gebouwd op oude fundamenten. De ingemetselde leeuwen komen van een andere locatie vandaan. Het zijn geen leeuwen, maar stellen luipaarden voor.
Hierna gaan we naar Bethesda (huis van genade). Oorspronkelijk was dit een brink. De naam Schaapspoort uit Johannes 5 wijst hierop, omdat de schapen door deze poort kwamen om uit de brink te drinken. In 1871 werd het bad Bethesda ontdekt. In de diepte zijn nu muren en bogen blootgelegd, alsmede een deel van de 5e-eeuwse Byzantijnse kerk en van de kruisvaarderskerk. Hier leest Hette het gedeelte uit Johannes 5 waarin de geschiedenis beschreven wordt van de man die hier 38 jaar ziek lag en niemand had die hem in het water kon helpen. Hij werd door Jezus genezen. Hiernaast is de Sint-Annakerk die volgens de traditie is gebouwd op de plaats van het geboortehuis van Anna, de moeder van Maria. De huidige kerk is door de kruisvaarders gebouwd op de plaats van een in de 5e eeuw verwoeste kerk. De in 1290 door de Mamalukken geplaatste deur is tot nu toe de enige verandering in dit kerkgebouw. In de kerk hebben we psalm 150 en Abba, Vader gezongen. Deze kerk heeft een geweldige akoestiek.
We vervolgen onze weg door de nauwe straatjes van het oude Jeruzalem en wandelen over de Via Dolorosa. De Via Dolorosa leidt van het Ecce Homo Klooster naar de Basiliek van het Heilige Graf. Dit is de route die Jezus volgens de traditie gelopen heeft toen Hij Zijn kruis droeg van de rechtszaal van Pontius Pilatus naar Golgotha. Langs deze weg zijn de “Veertien Kruiswegstaties” te zien, die elk wijzen op een heilige gebeurtenis op deze route.
Het Lithostrotos (geplaveid plein) ligt onder de huidige straat en laat ons de marmeren straatstenen zien uit Jezus’ tijd. De groeven in de stenen moesten het uitglijden van de paarden voorkomen.
Op het Lithostrotos begint het lijden van Jezus. Omdat dit langs de openbare weg is, is dit extra vernederend. Hier wordt Hem een purperen mantel omgedaan, krijgt Hij een doornenkroon op Zijn hoofd en wordt hij bespuwd en bespot. Uiteindelijk geeft Pilatus hem over aan de hogepriesters om hem te kruisigen. Hier is ook een steen te zien, waarop het koningsspel is afgebeeld. De soldaten hebben dit spel gespeeld met een ter doodveroordeelde, waarbij het de gewoonte was hem een purperen mantel om te doen en een kroon op zijn hoofd te zetten. Op de dag van Jezus’ veroordeling heeft Hij hierdoor het leven van een ander gespaard. Hette leest hier het verhaal uit Johannes 18.

Iets verderop hebben we in een winkeltje koffie of vers geperst sinaasappelsap gedronken. We zien nog een groep mensen lopen met een houten kruis. Bij elke statie zingen zij een lied en wordt het kruis door twee andere mensen van de groep gedragen. Keizer Hadrianus liet op de plaatsen waar Jezus stierf en werd begraven een Venustempel bouwen. In 326 liet keizer Constantijn de heilige plaatsen ontgraven en over de plaats van de kruisiging én het graf een kerk bouwen. Door uitbreiding van de stad en de bouw van een nieuwe muur kwam het graf dat vroeger buiten de stad lag, nu in de stad te liggen. Deze kerk is verschillende keren verwoest en weer herbouwd.
De kerk wordt beheerd door vertegenwoordigers van zes godsdiensten. Ieder heeft zijn eigen kapellen en altaren. Deze gemeenschappen zijn: de Grieks-orthodoxe, de Rooms-katholieke, de Armeens-orthodoxe, de Koptische, de Syrisch-orthodoxe en de Ethiopische kerk. Bij binnenkomst in de kerk zie je eerst de ‘steen der balseming’, een marmerplaat op de vloer met lampen erboven, waar Jezus voor zijn begrafenis zou zijn gebalsemd. In deze kerk bevindt zich ‘het middelpunt van de aarde’. Ook kun je een kijkje nemen in het graf. Volgens de overlevering zou Keizerin Helena in deze omgeving het kruis van Jezus gevonden hebben. Twee trappen voeren omhoog naar Golgotha. De muren zijn hier bedekt met kleurrijk mozaïeken. Ook hangen er veel glinsterende lampen. De naakte kruisberg is aangekleed met goud, zilver en marmer.
Om 12.00 uur eten we een pitabroodje in een winkeltje in één van de nauwe winkelstraatjes. Hier ontmoeten we een groep jongeren die o.l.v. ds. Boiten een reis door Israël maken.
Hierna lopen we naar de Klaagmuur, waar we nog een stukje van een Bar-Mitswa viering kunnen zien. De Klaagmuur is een overblijfsel van de muur die in het westen het tempelplein begrensde. In de tijd van koning Herodes werden langs de zijkanten van het tempelplein geweldige steunmuren gebouwd. De huidige klaagmuur is een restant van een van die vroegere steunmuren. Het hekwerk dwars op de muur verdeelt de ruimte in een deel voor de mannen en een deel voor de vrouwen.
Om 14.15 uur maken we een wandeling door een tunnel en een waterleiding en zien hier de enorme stenen waar de muren van zijn gemaakt. We komen weer uit bij de klaagmuur, waar we nog een poosje rondkijken. Het bidden bij de klaagmuur gaat de hele dag door. Niet-joden kunnen er vrij rondlopen, maar moeten er wel een keppeltje dragen. Tegen de muur staat een kast met thorarollen.

Veel Joden zijn gekleed in een zwarte jas, met op het hoofd een zwarte hoed of een bontmuts. Ze bidden met het gezicht naar de muur.
Om 15.10 uur zijn we bij de Sionspoort. Vanuit de Armeense wijk is dit de toegang tot de Sionsberg. De vele kogelgaten in de muur herinneren aan de zware gevechten die hier in 1967 tijdens de zesdaagse oorlog zijn gevoerd. We wandelen over het Cardo. Het Cardo was een markt bestaande uit winkeltjes, een overdekte stoep met pilaren, de straat, weer een overdekte stoep met pilaren en weer winkeltjes. Het geheel was breed opgezet en besloeg ongeveer 20 meter.
Om 15.25 uur bezoeken we het Cenacoelem. Dit is de plaats waar waarschijnlijk het laatste avondmaal is gehouden. Ook op deze plaats staat een kerk, die door kruisvaarders is gebouwd. Hette leest hier Handelingen 1, de geschiedenis over de uitstorting van de Heilige Geest. Waarschijnlijk heeft dit ook in deze zaal plaatsgevonden, al is het ook goed mogelijk dat dit plaatsvond in een van de zalen van de tempel.
We bezoeken ook het graf van Koning David. Hier is een stenen, lege sarcofaag, bedekt met een paars kleed, met zilveren kronen en thorarollen erop.

Hierna drinken we koffie in een restaurantje in dit complex en kunnen we onze vermoeide voeten rust geven. Van onze groep gaan 4 mensen met de taxi naar huis. De rest maakt de wandeling van ca. 1 uur naar ons hotel.
Om 19.00 uur is het tijd om te eten, waarna om 19.50 de avondsluiting plaatsvindt. Hette leest Lukas 22 over het laatste avondmaal en enkele verzen uit 1 Korinthe 11. Om 20.15 uur vertrekken we voor een busrit door verlicht Jeruzalem. Eerst rijden we door de orthodoxe Joodse wijk. Omdat deze Joden om principiële redenen geen kranten lezen, worden er pamfletten opgehangen om het nieuws dat nodig is onder de aandacht te brengen. We rijden naar de Scopusberg waar we een schitterend uitzicht hebben over Jeruzalem. Omdat de weg naar de klaagmuur om de een of andere reden is afgezet rijden we naar de Sionsberg en gaan vandaar lopend naar de klaagmuur. Hier is het ’s avond nog drukker met biddende joden dan overdag. Op de terugweg naar het hotel rijden we langs de ambtswoning van de premier en langs diverse regeringsgebouwen. Om 22.50 uur zijn we weer terug bij het Jerusalem Gold Hotel, waar iedereen uitgeput van alle indrukken zijn bed opzoekt.

Anneke en Jan

 

Vrijdag 28 april: Knesset, Menora, Yad Vashem en Bethlehem

Weer: bewolkt, 20-25º C, droog
Ontbijt: 7 uur, vertrek 8 uur, maar doordat er een nieuwe bus kwam met een nieuwe chauffeur, werd het wat later. De chauffeur, Simcha, moet eerst nog even alles uitproberen, alarm, openen van de deuren etc. Om 8.20 uur arriveren we bij de MENORAH, de 7-armige kandelaar tegenover het parlementsgebouw, de KNESSET. Deze kandelaar is het symbool voor het Joodse volk; in Exodus 25 staat precies beschreven, hoe hij moet worden gemaakt. Ds. Abma leest dit voor.

De MENORAH staat altijd tegenover de KNESSET! Op de kandelaar staat de geschiedenis van het Joodse volk afgebeeld: onderaan de holocaust, daarboven: hoor, Israël, dan de nieuwbouw. In Zacharia 4 ziet Zacharias de kandelaar in een visioen.

Er worden foto’s gemaakt van dit indrukwekkende monument en vervolgen dan onze weg via de berg HERZL, begraafplaats; deze berg is genoemd naar een president. En hier worden alle “regeringshoofden” begraven. Deze berg is ook alleen bedoeld voor herdenken en begraven. We rijden door naar de parkeerplaats van YAD VASHEM, de HOLOCAUST-herdenkplaats. YAD betekent: hand, in dit geval grafsteen/dood; SHEM betekent naam. Salomon, onze gids, vertelt dat het normaal is dat een Jood een Jood redt; redt een heiden een Jood, (dat is iets bijzonders) dan krijgt hij er iets voor, zoals we hier zien: een boom. Bij elke boom staat een naam van iemand, die in de oorlog iemand gered heeft. Dat varieert van een baby tot een groep mensen. We komen bij het 1e grote monument, hier liggen veel kransen, een week geleden was hier een herdenking. Dit monument straalt uit: NOOIT MEER, BLIJF VAN ONS AF! Het 2e monument beeldt een trieste groep mensen uit met op de achtergrond mannen met helmen. Het 3e monument is een muur met hebreeuwse letters: Ik zal de namen van mijn kinderen niet uitroeien (Jesaja 56). Dit is van beton gemaakt, kil, betekent: KIJK, MAAR HET IS VAN ONS! Dit is de ingang naar een donkere ruimte met een eeuwige vlam, die brandt op de as van de concentratiekampen. Op de vloer staan de namen van de kampen. Door de soberheid, het donker en de stilte des te aangrijpender!
Even verderop een hoge pilaar: gedenkteken voor de vermoorde kinderen, naar schatting zijn er anderhalf miljoen kinderen vermoord. Deze pilaar heeft de fam. Spiegel neergezet ter gedachtenis aan hun omgekomen kind. Erachter is een donkere ruimte met spiegels en lichtjes,een stem noemt namen van de kinderen met hun leeftijd en land van herkomst! Aangrijpend en het komt heel dichtbij, zeker als je een Nederlands kind hoort noemen. Buiten opnieuw een gedenkteken met een heel bijzonder verhaal: Janusch Kozac, zijn hoofd is afgebeeld , met allemaal kinderen om zich heen. Hij ging met deze kinderen mee naar Auschwitz en leidde hen onderweg af met allerlei spelletjes en verhalen. Deze man wist waar ze naar toe gingen en ging met hen mee de gaskamers in.

Hierna lopen we de laan der gerechtigheid in: lijsten met namen van mensen, die anderen geholpen hebben in de 2e wereldoorlog. Gerben zoekt 2 namen, 1 wordt er gevonden. Een klein stukje met de bus, opnieuw een gedenkplaats: op grote stenen staan alle plaatsen in Europa vermeld, waar jodengemeenschappen waren. Ze staan per land gerangschikt, we vinden Nederland met o.a. Gouda. Dan rijden we naar een begraafplaats, waar Rabin en zijn vrouw begraven liggen; indrukwekkend door zijn eenvoud: zwart en wit. Kriskras door Jeruzalem rijden we naar een plekje buiten de stad, waar we buiten koffie drinken met een schitterend uitzicht over de stad.

Om 12.45 uur vertrekken we richting BETHLEHEM, betekent huis van vlees/brood. Palestijns gebied. De bus zet ons af net voor de muur, die bestaat uit hoge betonnen platen. Te voet gaan we via hekken en een poort de muur door, waar 2 bussen voor ons klaarstaan met een nieuwe gids. Salomon mag dit gebied niet in. We worden naar een restaurant gebracht waar we een shoarmabroodje krijgen met een soort limonade. Commentaar van iemand: het smaakt naar wc-eend! Vervolgens worden we naar een winkel gebracht, die ook van de restauranteigenaar is. Er zijn veel dure souvenirs (olijfhout), die in dollars betaald moeten worden. Na wat heen een weer gepraat worden we in een oud busje en een personenwagen naar een kerk gebracht: MILK GROTTO. Hier kreeg Jozef (waarschijnlijk) de droom, dat hij naar Egypte moest vluchten. Er zijn heel veel afbeeldingen van Maria, die de Here Jezus te drinken geeft; juist, vandaar de naam. De kerk bestaat voor een gedeelte uit een grot.
Aan de overkant staat de GEBOORTEKERK: de kerk is in 326 gebouwd op de plek, waar Jezus geboren is, in 529 vernield en daarna opnieuw gebouwd. Er zijn 3 “kerken” in de kerk: een Grieks gedeelte met een oude mozaïekvloer, een Armeens en een Rooms-katholiek gedeelte. In het katholieke gedeelte zien we ook weer het symbool met het grote kruis met de 4 kleine kruisen. Uitleg: het grote kruis stelt de Here Jezus voor, de bovenste 2 kruisen zijn de handen en de onderste 2 kruisen de voeten van de Here, waaraan Hij gekruisigd is.Beneden in de kerk is de grot, waar vermoedelijk de Here Jezus is geboren. Later is op deze plaats de Bijbel in het Latijn vertaald door Hieronymus.
Op de binnenplaats zien we een karavanserai; zo zou het eruit hebben kunnen zien op de plaats, waar Jezus is geboren. We vertrekken weer richting de muur; de restauranteigenaar rijdt mee en omdat er zo weinig omgezet is, krijgen we niet de herdersvelden te zien. Lopend de grens over, maar omdat we geen paspoort bij ons hebben (volgens onze gids hoefde dat niet), duurt het wel even, voordat we door de controle zijn. We zijn blij, dat we weer in onze eigen bus zitten, er hing toch een wat gespannen sfeer in Bethlehem.
Om 16.30 uur in het hotel; even rust en om 19.00 uur het diner. Het smaakt ons prima! Om 20.00 uur vertrekken we lopend naar een synagoge; de sabbat is begonnen en er is ons gezegd, dat we nog op tijd zijn voor een bijeenkomst. Helaas, bij de eerste synagoge worden we weggestuurd en ook bij andere lukt het niet. We zijn ook te laat, heel veel Joodse mannen en jongens komen naar buiten. We kijken onze ogen uit naar al die verschillen: met bontmutsen, hoeden, met of zonder pijpenkrul, kleine en grote jongens. We lopen weer terug, midden over straat, want in deze wijk rijden er geen auto’s. Na nog wat gedronken te hebben, buiten, gaan we slapen. Weer heel veel gezien!

Teuna

 

Zaterdag 29 april: Sabbat in Jeruzalem, Bat-Tsion en de Graftuin

Zonnig, 25° C.
Het vrolijke geluid van de hotelwekker ging om 06:30 uur. We namen ons ontbijt om 07:00 uur, terwijl sommigen 07:15 uur ook een mooie tijd vonden.
Na het ontbijt hebben we het Wilhelmus met een ander reisgezelschap gezongen i.v.m. Koninginnedag. De bus vertrok om 08:00 uur richting de Tempelberg. Om 08:45 uur stonden we voor de ingang. Helaas, het hek was en bleef dicht, terwijl het volgens onze informatie wel open moest zijn. Ds. Abma vertelt daar over de Rotskoepel (ook wel de Omar genoemd). Hij vertelt o.a. over het ontstaan, de spanningen en de verwachtingen rondom deze plaats. Dit is de plaats waar de tempel gestaan heeft. Ook vertelt hij dat je geen Bijbel mee mag nemen als je de tempelberg bezoekt. Ook mogen Joden daar niet komen. Sommige Joden willen daar ook niet komen, omdat ze dan per ongeluk op het voormalige Heilige (der Heilige) kunnen staan.
Vervolgens zijn we via de Klaagmuur, stukje Via Dolorosa, een drukke (Arabische) markt en de Damascuspoort naar de kerk van dominee Ben-Zwi gelopen in de Jaffastraat. De ontvangst was hartelijk en een lekker bakkie koffie ging er ook wel in. De dienst begon om 10.30 uur. De dienst vond plaats in een mooie ruimte met goede stoelen, de kast met de boekrollen stond duidelijk zichtbaar voorin.
Ds. Ben-Zwi ging voor in het Hebreeuws en zijn vrouw vertaalde het in het Nederlands. We hebben verschillende liederen gezongen in verschillende talen: Hebreeuws, Engels en Duits. De zang werd begeleid door piano. Ook was er een solo van een gemeentelid. Ze is zelfs lid van de Israëlische opera. Er waren verschillende schriftlezingen, o.a. uit Psalmen, Leviticus 12 (voorschriften voor de kraamvrouw), 2 Koningen 4 (Elisa helpt arme weduwe) en Johannes 2 (Bruiloft te Kana). De preek ging over 2 Koningen 4. Ook vierden we het Avondmaal. Dat wordt elke week gevierd. De meeste van onze groep zijn ook aangegaan. Erg mooi was het dat de dominee ieder persoonlijk het brood en de wijn gaf en daar iets bij zei. We stonden in een kring samen met de andere gemeenteleden en gasten. Tijdens het Heilig Avondmaal werd ook gezongen.
Na de dienst (het was inmiddels 13.30 uur geworden) was er weer koffie en konden we kennismaken met de gemeenteleden. We zijn daarna weer even terug gegaan naar de kerkzaal en heeft ds. Ben-Zwi iets uitgelegd over het gebedskleed (Taliet). Ook hebben we gezongen met Gerben achter de piano. Ds. Abma (de bisschop van Gouda volgens dominee Ben-Zwi) en ds. Van der Laan hebben het gebedskleed ook omgekregen. Na een lekkere broodmaaltijd was er gelegenheid om souvenirs te kopen in de winkel van de gemeente. De opbrengsten kwamen ten goede aan deze gemeente.
Rond 16.00 uur zijn we lopend vertrokken richting de graftuin. Om 16.15 kwamen we daar aan. Ds. Abma vertelde daar over de graftuin en hebben we gelezen uit Mattheüs 27: 57 – 28: 19 over de begrafenis en de opstanding van de Here Jezus. Daarna hebben we “U zij de glorie” gezongen. Vervolgens konden we een graf bekijken dat er waarschijnlijk hetzelfde uitzag als het graf van Jezus.
Zelfs de plaats van de steen is zichtbaar en binnen is de plek te zien waar de overledene gelegd werd. Daarna kun je door de mooie en rustgevende tuin naar een uitzichtpunt lopen. Daarvandaan zie je een rots, waarin de vorm van een schedel gezien kan worden. Zo kunnen we allemaal een indruk krijgen hoe het geweest zou kunnen zijn.
Om 17:00 uur vertrekken we met de bus. Om 17.30 uur komen we in het hotel aan en om 19.00 uur staat het eten weer op ons te wachten. De dag wordt besloten met de avondsluiting. Ds. Van der Laan leest uit 1 Korinthe 15:12-22. Aan de hand van dit Bijbelgedeelte kijken we terug op Pasen en staan we stil bij de vraag of het ook al Pasen in ons hart is geworden. Ook hebben we verschillende (opwekkings) liederen gezongen uit onze bundel. Daarna verlaat de reisleiding de zaal en bespreken we het cadeau voor de reisleiding. We besluiten geld in te zamelen voor een cadeau. Het grootste deel van de opbrengst hopen we ze te geven bij de reünie in september.

Tom & Joost

 

Zondag 30 april: Jeruzalem, een bijzondere ervaring

Het programmaoverzicht voor deze dag luidt: Kerkdienst, verder geen programma; na de Dienst kan men zijn dag naar eigen inzicht besteden.
De zondag begint om 7.30 uur, een iets vriendelijker tijdstip dan op de andere dagen het geval is. Tot mijn verrassing word ik ditmaal wel driemaal gewekt: door de wekker van Nolly (nog bedankt voor het lenen), door de deurklop van Hannie en zowaar ook door de wake-up-call van het hotel. Met één blik naar buiten zie ik dat het al weer behoorlijke druk is op straat, in tegenstelling tot gisteren, de dag van de Sabbat. Velen haasten zich te voet langs de straten; er is al druk autoverkeer. De bushaltes zijn overbevolkt met allerlei mensen: religieuze Joden in zwarte kledij, lezend in hun boeken; veel soldaten; schoolmeisjes in hun uniformen; gesluierde vrouwen en andere Arabisch uitziende mensen. Plotseling staat daar, als uit het niets, een duif in mijn vensterbank, die nieuwsgierig bij mij naar binnen kijkt. Wat een mooi symbool, de komst van deze ‘vredesduif’; ik zie het als een goed voorteken voor deze zondag. Ik maak gauw een foto van hem, maar het flitslicht doet hem schrikken en opvliegen.
Na een uitgebreid ontbijt ontmoeten wij elkaar om 9.30 uur in de lobby van het hotel voor de zondagsdienst, waarin Ds. Abma voorgaat. De schriftlezing is uit Deut.5 en uit de Brief aan de Romeinen, hoofdstuk 11. De preek handelt over de wilde loten die geënt worden op de edele olijfboom. Niet u draagt de wortel, maar de wortel ù. Laten wij onze plaats weten en wees niet hoogmoedig, maar vrees. Wij zingen een aantal liederen uit het boekje “Zingend onderweg”, waaronder lied 35 (Ps.87): Op Sions berg sticht God zijn heil’ge stede, Zij heeft zijn hart, Hij houdt er open hof. O Godsstad, vrolijk zingen wij uw lof, door uwe poort zal ieder binnentreden. Na de preek volgt het lied nr. 141: Halleluja, eeuwig dank en ere. Vervolgens wordt de collecte gehouden, na telling blijkt er 165 euro opgehaald te zijn, een mooi bedrag. De opbrengst gaat naar een goed doel, nl. het Jaffa-Project van Dr. David Portowicz. Dit project heeft tot doel om kansarme kinderen in Jaffa, of zij nu Joods zijn of Arabisch, te ondersteunen en scholing te geven. Wij zingen daarna het Wilhelmus. Ds. Abma eindigt de Dienst met het uitspreken van de zegen, waarna hij nog iets vertelt over de houding van zijn handen bij de zegening (de vingers twee aan twee gepaard met een ruimte tussen de middelste, waardoor een soort V-teken ontstaat). Ter afsluiting zingen wij lied 30: Jerusjalaïm stad van God, wees voor de mensen een veilig huis.
Wel, na de Dienst gaan wij aan de koffie, mèt stroopwafel (dankzij Jolanda!). Er wordt voor de liefhebbers ook een glaasje oranjebitter geschonken (dankzij Marius!) en er wordt een toast uitgebracht op de Koningin, het is tenslotte Koninginnedag vandaag. Het oranje drankje is toch wat hardnekkiger dan ik dacht, zo midden op de dag en ik wil tenslotte nog mee de muur op! Daarom laat ik het glaasje maar voor wat het is. Anne Prins speelt voor ons nog wat bekende Vaderlandsche liederen op de vleugel in de hal van het hotel; sommigen zingen mee. Ik loop nog even de straat op om de sfeer van de stad te proeven. Het verschil met de Sabbat, valt mij weer op: na de rust van gisteren, de grote drukte van vandaag. Bussen, veel auto`s, mensen in grote aantallen en verscheidenheid; wat opvalt, is vooral het grote aantal jongeren. Bij de toegang tot het winkelcentrum en busstation is de controle zeer streng: de tas moet open, de andere spullen door de scan. En dat voor het kopen van een simpel flesje water. Water waar je hier toch eigenlijk niet buiten kunt, zeker niet bij deze temperaturen.
Om 13.00 uur gebruiken wij met elkaar een “lichte” lunch. Maar wat heet licht? De tafels zijn weer rijk en overvloedig opgetast en men kan zich van velerlei heerlijkheden bedienen. Zoals trouwens ook op alle andere dagen het geval was. De middag kunnen wij naar eigen believen besteden. Eén groep blijft thuis om lekker uit te rusten, een goed idee. De andere groep gaat nog een keer naar de Olijfberg en omgeving. De laatste groep van 13 personen gaat een wandeling maken over de ‘Rampards’, de oude vestingmuren, die het oude centrum van Jeruzalem omgeven. Ik sluit me bij deze groep aan; de tocht over de muren lijkt me interessant. De twee groepen worden met de bus weggebracht en zullen elkaar aan het eind van de dag weer treffen. Wij worden afgezet, dicht bij de Jaffa-Poort.

Onze voeten staan binnen uw poorten, o Jeruzalem die gebouwd is als een stad die de mensheid samenbrengt (Ps 122:2,3)

Zeven poorten leiden tot in Jeruzalem. Deze zijn gebouwd van 1538-1542 door Sultan Suleiman. Te weten: de Leeuwen-Poort, de Jaffa-Poort, Damascus-Poort, Zions-Poort, Mest-Poort, Herodes-Poort en de Gouden Poort.
Onze tocht over de muren begint bij de Jaffa-Poort . Wij hebben de oude Christelijke wijk aan onze rechter hand. Vlak achter de Jaffa-Poort bevindt zich de Davidstoren met omringende gebouwen. Aan onze linker hand loopt de muur met de kantelen, om de zoveel meter voorzien van een schietgat. Wij passeren nu verschillende gebouwen van Christelijke oorsprong, o.m. het klooster van Franciscus, met een mooie tuin erom heen en de Heilige Maagd Kerk. Aan onze linkerhand zien we de Notre Dame de France, met het beeld van de H. Maagd-met-Kind-op-de-schouder. Wat verder op zien we de contouren van de kerk van het Heilige Graf. Een gang over de muren mag op afstand een rustige wandeling lijken, in werkelijkheid is het toch best inspannend, zeker bij deze warmte. De waterfles wordt dan ook veelvuldig aangesproken. De route rijst en daalt voortdurend. De doorgangen zijn soms erg smal en ongelijk en de treden zijn soms behoorlijk hoog, zodat lopen bijna klimmen wordt. De uitzichten zijn steeds wisselend en telkens heel schilderachtig. Onder ons de Oude Stad, daarachter de heuvels en bergen, waaronder de Olijfberg.
Ook aan de andere kant bieden de oude schietgaten soms een prachtig doorkijkje op het stadsleven dat zich daar afspeelt. Wij lopen langs de achterkanten van de huizen,afwisselend mooi, dan weer lelijk; veel mooie oude gebouwen. Een enorm woud van antennes en schotels; we zien kindertjes spelen op binnenplaatsjes; wilde schrikachtige katten in tuinen of in kartonnen dozen. En dan temidden van alle gebouwen van Christelijke oorsprong ineens het koepeltje van een kleine moskee, mooi gerestaureerd. Zo dichtbij, dat we hem bijna kunnen aanraken. We passeren vervolgens de Damascus-Poort, één van de zeven poorten, deeluitmakend van de stadsmuur, maar wij blijven nog boven. De zeer kleurrijke marktplaatsen en nauwe winkelstraatjes, boordevol koopwaar, mensen in Arabische dracht vertellen ons, dat we ter hoogte zijn gekomen van de Islamitische wijk. De kleurige kleding van de bewoners, de vele soorten groenten, vruchten en specerijen, zorgen voor een fontein van kleuren, geuren en geluiden, die naar ons omhoog stijgt.

En als telkens terugkerende blikvanger zien wij steeds het blauw en het goud van de Rotskoepel, zijnde de derde heiligste plaats in de wereld van de Islam. Gebouwd tussen 688-691, achthoekig en 60 mtr hoog. Hij draait telkens mee in ons gezichtsveld, van aanzicht veranderend naar mate wij vorderen. In de buurt van de Rotskoepel bevindt zich nog de Al Aqsa moskee. Ik vind het heel spijtig dat wij dit alles niet van dichterbij hebben kunnen bekijken. Het valt mij op onder het lopen hoe groot de verscheidenheid aan planten, bomen en bloemen is. Er bloeit veel, vaak overdadig zelfs, soms klein en fijn, genoegennemend met slechts een klein beetje aarde tussen de stenen van de muur. De natuur heeft mij zeer verrast, niet alleen vandaag, maar gedurende de hele reis!
Wij lopen tot aan de Leeuwen-Poort en dalen daar weer af naar straatniveau.
De Leeuwen-Poort dankt zijn naam aan de twee Leeuw-reliëfs die aangebracht zijn op het front. Wij lopen nog even de Islamitische begraafplaats op, die langs de muur ligt, tot aan de dichtgemetselde Gouden Poort. Van hieruit heb je een heel mooi uitzicht op de Olijfberg met zijn Heiligdommen. De zeven in het oogspringende gouden, uivormige torenspitsen van de kerk van Maria Magdalena blinken ons tegemoet in de zon. Daarvoor ligt de Kerk van Alle Naties met het prachtige gekleurde mozaïek in het timpaan. Preces supplicationesque cum clamore valido et lacrymis offerens exauditus est pro sua reventia luidt de tekst, die onder de voorstelling staat (Gebeden en smekingen met luid geroep en geween(tranen), offerend is hij verhoord om zijn eerbied(ontzag)(voor God). Een indrukwekkende kerk, eerder deze week zagen wij hem al, ook aan de binnenkant.
Verder en wat hoger op zien we ‘Dominus Flevit’, het mooie kerkje met de toren in de vorm van een traan, waaraan we al een bezoek brachten en van waaruit je zo’n prachtig zicht hebt op de Oude Stad en op de Rotskoepel (waar Anne even op het orgel speelde en wij gezongen hebben; een heel bijzondere sfeer). Wij lopen terug naar de plaats waar we afgesproken hebben en treffen daar de mensen van de andere groep weer. Rond 16.30 uur brengt de bus ons terug naar het hotel. Nog even snel wat water ingeslagen, daarna wat opgefrist en een stukje gelezen. Een telefoontje met het thuisfront leert me, dat het daar vandaag 9° C is, met een hagelbui! Dat moet wel een heel koude Koninginnedag zijn geweest!
Het diner om 19.00 uur is als altijd weer overvloedig en zeer smakelijk. Deze prachtige dag wordt afgesloten met een Vesper, geleid door Ds. v.d. Laan, met muzikale begeleiding van Gerben. Dit was onze zondag in Jeruzalem, een bijzondere dag, een bijzondere ervaring, in alle opzichten! Dank, dat ik er bij kon zijn.

Marianne

 

Kerkdienst in Jeruzalem op 30 april 2006
--------------------------------------------------

Zingen: Psalm 122: 1 (OB)
Stil gebed
Bemoediging en groet
Zingen: Opwekking 167
Samenvatting van de wet des HEREN
Zingen: Psalm 25: 2 en 6 (NB)
Gebed:
Schriftlezing: Romeinen 11 : 13 - 24
Zingen : Psalm 89: 7
Romeinen 11 : 25 - 32
Zingen: Psalm 89: 8
Tekstlezing:
Wees niet hoogmoedig, maar vrees (Rom. 11:20)
Preek
Thema: Laten we wel onze plaats weten!
Zingen: Psalm 87 : 1,2 en 3 (NB)
Inzameling van de gaven
Dankgebed en voorbeden
Zingen: Gezang 456: 1 en 2 (LB)
Zegen
Zingen: Gezang 456: 3 (LB)
Zingen: Gezang 411: 1 en 6 (LB)

 

Gemeente des Heren,

Wanneer ik vroeger iets te brutaal bezig was, zei mijn moeder dikwijls: je moet wel je plaats weten. Het is exact de manier waarop we kunnen samenvatten wat Paulus gezegd heeft over de houding, die wij dienen in te nemen ten opzichte van het volk Israël. We hebben zojuist gelezen hoe de apostel erover schrijft in Romeinen 11.

Paulus wil ons als gojim (gelovigen uit de volken) waarschuwen voor hoogmoed. Hij signaleert die vreselijke zonde bij mensen die zich erop beroemen beter te zijn dan de Joden! Die hebben immers de Here Jezus gekruisigd en weigeren voor het merendeel Hem als Messias aan te nemen. Het lijkt erop dat dit akelig euvel in onze tijd niet minder, maar eerder veel heviger is geworden.

Het betreft een oerzonde: We voelen ons verheven boven allen, die de Here Jezus nog niet kennen. Paulus wil ons daarom onze plaats wijzen en gebruikt met het oog daarop het treffend voorbeeld van de olijfboom! Laten we eens proberen goed te luisteren naar wat hij daarover zegt.

Kijk, er zijn takken uit die boom weggesnoeid. Dat zijn de Joden die niet geloven in Jezus als de beloofde Messias. Je ziet hoe ze op de grond zijn neergesmeten. Tegelijk laat Paulus zien dat er andere takken van de ‘wilde’ olijfstruik werden afgesneden om vervolgens geënt te worden op die edele olijfstam. Dit is bevreemdend voor ieder die enige vakkennis bezit. Je doet toch normaal genomen precies het omgekeerde? Een tak van een goede appelboom wordt op de stam van een wilde struik geënt. Je hoopt dat er op die manier straks goede vruchten geplukt kunnen worden.

Heeft Paulus er misschien weinig verstand van? Naar mijn besef heeft een beroemde uitlegger van het Nieuwe Testament zich belachelijk gemaakt door te beweren, dat we op deze manier kunnen zien dat Paulus een stadskind was. Oh, oh, heeft die geleerde man het dus niet begrepen! De apostel zet juist expres de zaken op zijn kop, omdat de methode van God precies omgekeerd is! (vgl vers 24)

Uit een onvruchtbare olijfboom worden wij geënt in de edele stam. God moet ons lossnijden uit het natuurlijk verband van ons heidendom. Dat mogen we met recht een wonder van genade noemen. Dit zou voor altijd voldoende moeten zijn om gelovigen uit de volken alle hoogmoed te benemen. Hoe kunnen we ons verheven voelen boven de Joden, die het evangelie ongehoorzaam zijn? Er is beslist geen reden om onszelf op de borst te slaan. We leven alleen maar van genade! Alstublieft geen dikdoenerij!

Misschien herinneren we ook hoe moeder vroeger zei: Je moet wel je plaats weten! Zonder het te beseffen gaf ze zo exact de bedoeling van Paulus weer. De apostel schrijft namelijk: U draagt de wortel niet, maar de wortel u. Ten diepste wil hij daarmee zeggen, dat we zonder Israël niet behouden kunnen worden. Zo’n krasse uitspraak vergt wel wat nadere toelichting.

Nog steeds is het delen in het verbond dat God ooit met Abraham sloot voor ons de enige mogelijkheid om behouden te worden. Denk alleen maar aan het feit dat we dikwijls na de bediening van de doop Psalm 105 vers 5 hebben gezongen. Dit is niet zo verwonderlijk. Abraham wordt door Paulus de vader van alle gelovigen genoemd. Dus niet alleen van de gelovige Joden, maar ook van de gelovigen uit de volken.

Het is een diep geestelijk inzicht van Calvijn als hij ons leert de eenheid van het verbond te gaan zien. We moeten geen scheiding maken tussen het Oude en het Nieuwe testament. ‘k Moet opeens denken aan een – laat ik nu maar zeggen wat - hysterische mevrouw, die ontdekte hoe ze tijdens een diner precies tussen een rabbijn en een dominee terechtgekomen was. “O, wat bijzonder” zei ze tegen de rabbijn, “nu ben ik precies tussen het Oude en het Nieuwe Testament terecht gekomen!” Ontnuchterend merkte deze op: “Nou, mevrouw, dat is niet zo best, want daar zit meestal alleen maar een nietszeggende blanco bladzijde tussen!”

Het is niet goed om scheiding te maken tussen het Oude en het Nieuwe Testament. De Messiasbelijdende Jodin Rebecca de Graaf-van Gelder zei ooit: Die witte bladzijde moet u er maar uitscheuren! Waarom gaf ze die suggestie? Vaak denken kerkmensen, dat het oude verbond met Israël gesloten is en het nieuwe verbond met ons als christelijke gemeente. Maar daar klopt echt niets van. Het vernieuwde verbond heeft God namelijk ook met zijn volk gesloten (Jeremia 31). En wij zijn als christenen in Israël ingelijfd en mogen tot onze verwondering kinderen van Sion heten.

Steeds moeten we tot de slotsom komen dat er een radicale verandering in geloofsdenken nodig is. We kunnen ons wat dit betreft prima aansluiten bij de ontdekking van de reformator Calvijn: door alle eeuwen gaat het om één verbond! Wij worden op dezelfde manier zalig, als God het zijn volk beloofd heeft. Alleen uit genade. Door geloof alleen (Rom.1:17).

Tot onze verbijstering zien we hoe er vanwege ongeloof takken uit de olijfboom gebroken zijn. Laten we nu niet hoogmoedig worden, maar juist vrezen! (vers 20) Het kan ook ons overkomen, dat we opeens worden weggekapt. Paulus wil ons de juiste proporties laten zien. Het is zo belangrijk te leren hopen op de genade alleen. Diepe tonen van de geloofsbeleving van onze voorouders mogen klinken: het is genade om genade te ontvangen. Zo zullen we moedig leren strijden tegen de akelige zonde van hoogmoed.

Wat ik nu precies bedoel laat zich het beste duidelijk maken met een voorbeeld. Op school krijgt een leerling een standje: Johan, jij bent met andere dingen bezig! Goed opletten, joh! Opeens zien we hoe alle anderen naar die jongen gaan zitten kijken. Dan krijgen die ook een berisping: Jullie moeten je door hem niet laten afleiden. Als we leerling worden van de Here Jezus, moeten we niet op anderen letten. Dat gaat altijd mis: je vervalt tot hoogmoed of wanhoop! Alleen op God letten. Dat is geloof! Jezus zegt daarom steeds: kijk maar naar Mij!

Een ervaren schoolmeester gebruikt vaak niet zoveel woorden. Om zijn leerlingen weer bij de les te krijgen knipt hij even met zijn vingers. Zo is het ook bij een goede preek: je hoort de knip met de vinger! Laten we de ernstige waarschuwing ter harte nemen. Wat anderen meemaakten, kan ons ook overkomen! Er is zelfs een grotere kans dat God de van oorsprong wilde takken wegkapt. Wees daarom niet hoogmoedig! Laten wij wel onze plaats weten!

Blijven in de goedertierenheid. Daar moeten we het van hebben. En uiteindelijk wil God zo ook nog zijn volk gedenken. De plek is nog open! De gelovigen uit de volken zijn niet in derzelver plaats gekomen (in tegenstelling tot wat we lezen in de Statenvertaling).

We worden niet zalig door Israël! Alleen worden we gered door het geloof. Laten we daarom ons oog richten op de Here Jezus. Er blijkt geen enkele reden te zijn tot hoogmoed. Wij blijven als bedelaars omdat we geheel aangewezen zijn op de genade. En wanneer het voor onszelf mogelijk is behouden te worden, dan weten we niet waarom dat voor anderen niet zou kunnen. Ons gebed zal daarom steeds zijn voor Israël en zelfs voor heel de wereld. AMEN.

 

Maandag 1 mei: Jericho, meer van Galilea (Tiberias), Kapernaüm en de Golanhoogten

06.30 uur Ring, Ring, de telefonische wekker! Laatste spullen in de koffer en we nemen afscheid van onze kamer met de heerlijke bedden. We genieten van het laatste ontbijt in het Jeruzalem Gold Hotel. Wanneer zal het weer gebeuren dat we ontbijten met zoveel kleurig schoongemaakt fruit, rauwe haring, pannenkoeken en feta met olijven? Iedereen weer terug in de bus. Salomon weer terug van een vrij weekend. We hadden hem vrijdag achtergelaten bij Bethlehem. Even nog een terugblik en wat extra uitleg. Onderweg naar Jericho komt de gelijkenis van de Barmhartige Samaritaan aan de orde. De Samaritanen zeggen dat ze zelf de echte Joden zijn, was altijd al ruzie? Het was niet alleen onwil van de priester en de Leviet om de gewonde man aan zijn lot over te laten. Levieten en priesters mochten geen doden aanraken. Dan zouden hun handen besmet zijn. Onderweg Bedoeïen dorpjes en verschillende kudden met schapen. We rijden door woestijnachtig landschap, dor en heuvelachtig, weinig groen, maar niet saai!
Jericho noemen ze wel de oudste stad van de wereld. Het ligt prachtig als een oase met veel groen en palmen in zijn dorre omgeving. Er is een grenspost met uitkijktorens. We wisselen van bus en laten Salomon in de andere bus achter. We komen in ander gebied. Jericho is tropisch, ook te zien aan de planten. Jericho is een sleutelstad, heel belangrijk bij de intocht van de Israëlieten in het beloofde land. (Jozua 3 en 4). Terwijl we wachten op de bus zien we nog een kudde over steken. Prachtige kamelen, ook zien we babykamelen (zijn lichter van kleur). Met de Arabische bus rijden we langs nieuw aangeplante palmbomen en veel groen en bloemen. We stoppen bij de kabelbaan. Enig oponthoud, wegens werkzaamheden. Na 20 minuten gaan we omhoog naar de berg der verzoekingen. Met z’n zessen in een cabine. Beneden ons zien we jonge aanplant van bananen. Het is een mooie tocht. We lopen via trappen verder omhoog met een prachtig uitzicht op de berg, Hette leest Lucas 4: En Jezus, vol van de heilige Geest, keerde terug van de Jordaan en werd door den Geest geleid in de woestijn en werd veertig dagen verzocht door de duivel. Verder naar het klooster. Ja hoor! De deur gaat open. Een mooi Grieks-orthodox klooster. We zijn hier de enige groep. Er heerst dan ook een heel rustige sfeer. Dick gebruikt z’n beste Grieks om wat kaarten en heilige olie te kopen. Volgens Grieks-orthodox gebruik heeft de olie van deze speciale plaats kracht om te genezen bij kleine kwaaltjes als hoofdpijn e.d. Dit bezoek is veel relaxter dan het bezoek aan Bethlehem.
Onze nieuwe chauffeur heet Simcha (vreugde). We gaan omlaag. De Jordaan ligt ongeveer 350 m. beneden de zeespiegel. Helaas konden we niet bij de restanten van de oude muren van Jericho kijken. We maken nu een flinke bustocht naar het noorden. We zien onderweg druiven groeien. De eerste zijn nu al rijp en het is mei. Ook de combine doet zijn werk voor de eerste oogst dit jaar. De 2e oogst valt in het najaar. Verder groeien er avocado’s, mango’s, amarylle’s (alvast voor de kerst).
Het land is heel vruchtbaar, maar heeft heel veel water nodig. Dat de woestijn zal bloeien als een roos, zie je hier. De grens met Jordanië is de Jordaan, je kunt hem niet zien. De grens met laag prikkeldraad is wat naar voren geschoven, vanwege de verdediging. Ook heeft Israël plotseling langs de weg nog een controlepost. We mogen snel door, we zijn maar toeristen en geen terrorist of verdachte Jordaniër. 27 jaar geleden waren wij ook in Israël. Het blijft bijzonder om hier te zijn. Ook al is de beveiliging groter geworden. We zien de Jordaan nu echt, het is een smalle rivier en dat is het altijd geweest. 2 Koningen 5:12 Naäman door Elisa genezen. Zijn de Abana en de Parpar, de rivieren van Damaskus, niet beter dan alle wateren van Israël? Zou ik mij in die niet kunnen wassen en rein worden? Zo wende hij zich en toog weg met grimmigheid.
De monding van de Jordaan is in het meer van Galilea of het man Kinnereth, zoals het ook genoemd wordt. We rijden een stuk langs de oevers. Het ziet er mooi uit, picknickplaatsen voor recreatie etc. De lunch gebruiken we ook buiten aan de rand van het meer. Het is prachtig. We eten pitabroodjes die we zelf vullen met alle mogelijke soorten rauwkost. Bij de buren liggen de Petrusvissen op de borden. We genieten van de prachtige vogels, die mooie glimmende groene visjes vangen. Daarna varen we met een boot over het spiegelgladde meer. De Hollandse vlag wordt gehesen, terwijl het Wilhelmus wordt gespeeld. We zingen het nu voor de derde keer. Bijbellezing: Johannes 6:16-21. Jezus wandelt op de zee. Ook zingen wij: Scheepke onder Jezus hoede. Jolanda maakt de hele dag stiekem foto’s van iedereen, ja als je niet oppast.... Het was rustig vlak water. De golven kunnen echter ook meters hoog zijn.
Aan de overkant gaan we naar de berg der zaligsprekingen. We rijden eerst naar Magdela (van Maria van Magdalena). Dan komen we alweer langs bananenplantages. Salomon heeft een speciaal stopje waar we dvd’s en Nederlandstalige boeken kunnen kopen. Niet veel later zijn we bij de Berg der Zaligsprekingen waarover we lezen in mattheus5:1-12. Hier zien we de 3e kerk van de Italiaanse (fascistische) bouwer Antonius Berlucci. Deze kerk is ook achthoekig en we zien vanuit ieder raam prachtige panorama’s. In de koepel zijn de acht zaligsprekingen in het Latijn. Dominee Ben Zwi sprak er zondag nog over. Je kunt je hier heel goed voorstellen, dat er vijfduizend man op de hellingen hebben gezeten. Jezus sprak van een berg. In de stilte kun je het geluid 1 km ver horen. Het is bijzonder om je voor te stellen dat Jezus rondwandeling op aarde hier was. Dat zoveel mensen ook naar hem kwamen luisteren en over hem spraken. Het nieuws over hem verspreidde zich in heel Syrië. Allen die ergens aan leden en die gekweld werden door een ziekte of door pijn en ook bezetenen en maanzieken en verlamden werden bij hem gebracht en hij genas hen. En grote groepen mensen volgden hem uit Galilea en Dekapolis, uit Jeruzalem en Judea en uit het gebied aan de overkant van de Jordaan.
We rijden weer langs bananenplantages. We gaan daarna naar Tabgha. De vermenigvuldiging van de vijf broden en 2 vissen. Hier ligt een heel mooie mozaiek (bekend van de souvenirs).
Maar... we tellen maar 4 broden in de broodmand – waar is het 5e brood??? Bijbellezing: Marcus 6:35-44, geeft het mooiste antwoord: ‘bij Jezus’. Het mozaïek is en blijft bijzonder (ondanks alle souvenirs). Er was hier ook al een vroeg christelijke kerk. Ook liggen hier nog ongelooflijk mooie mozaïeken met motieven van vogels, planten en bloemen.

We gaan alweer verder naar Kapernaum om de resten van de Synagoge te bekijken. Ook zijn er opgravingen van de oude straten (zwarte stenen). Ook zien we het huis van Petrus (Marcus 1:21-32). Jezus leerde hier als machthebbende, niet als schriftgeleerde, hij genas de moeder van Petrus en vele anderen, ook dreef hij boze geesten uit. Ook wordt Mattheus11:20-24 gelezen. We bezoeken op de valreep, nog net voor 5 uur een mooie, moderne achthoekige kerk boven het huis van Petrus met prachtige panorama’s aan alle kanten.
Op naar de Golanhoogte. We rijden flink door. Simcha laat ons heel wat moois zien. We zien van alles, een kudde witte koeien, herten, roofvogels, wolven, allerlei muizen, reptielen, vossen. We rijden dicht langs de olijfbomen over een niet geasfalteerde weg. We zitten inmiddels vrij hoog. En komen op een soort plateau. We stappen uit voor een mooi uitkijkpunt. De gids legt de politieke situatie uit. Het wordt zichtbaar waarom deze situatie zo moeilijk is. Het is weer erg mooi, en zo krijgen we een goede indruk van dit gebied.
Terug rijden we weer langs het meer van Galilea. Prachtige zomeravondtinten van de bergen rondom het water. Zoals op een kalender of een aquarel. Schitterende palmbomen, we raken niet uitgekeken. Het is inmiddels kwart over 6 en zitten nog in de bus. Het volgende hotel blijven we maar 1 nacht. Dat is het Astoria Hotel. Latertje vandaag, aankomst hotel om half 7. Het was weer een prachtige dag. We hebben enorm genoten. Om 8 uur vanavond begint de rouwdag, aangegeven door een alarm.

Avondsluiting:
We zingen van de vrede van Tiberias.
Hette vertelt dat wij een goede voorstelling van Jezus hier kunnen maken. Hier ademt het evangelie. De zaligsprekingen vormen het begin van het onderwijs van Jezus. Jezus gaat ook uit van het oude testament, Mattheus 5 vers 17 tot 19. Jezus leert die vanuit de liefde. We zingen lied 126, Ik stel mijn vertrouwen op de Heer mijn God. En sluiten af met kringgebed.

Lies en Dick

 

Dinsdag 2 mei: Kana, Nazareth, Karmel, Jaffa Project en Jom Ha-atsmaoet

Rond 6.15 uur gaat het heerlijk, heldere en veel te LUIDe gepiep van de wekker die mij en mijn Roomie waarschuwt om voorzichtig aan wakker te worden. Om half 7 worden we netjes geroepen door de rinkelende telefoon, zodat we om een schappelijke tijd van 7.00 uur kunnen aan schuiven bij het ontbijt in het hotel te Tiberias. Na een voedzaam ontbijt kunnen we terwijl we genieten van de onder het dak nestelende zwaluwen met kleintjes, wachten tot de koffers en gitaar in de bus worden geladen. Rond 8.00 uur is het dan toch echt tijd om te vertrekken. Na een verblijf in de woestijn rond Arad en de Dode Zee is het wel heel erg fijn om te genieten van al het natuurschoon wat in de omgeving van Tiberias te vinden is. Het landschap lijkt veelal op een lappendeken wat stiekem een teken is van vele agrarische activiteiten, waar Israël ook rijk aan is.

Een van de doelen op deze dag is het brengen van een bezoek aan de plaatsen Kana en Nazareth. In de tijd van Jezus was Nazareth om het maar cru te zeggen een klein dorpje van niks, gesticht rond een bron waar de jongens de meisjes goed in de gaten konden houden, en Kana een grote stad. Dit kan je ook afleiden uit de Bijbel omdat door Natanaël (Joh.1: 47) een snerende opmerking wordt gemaakt: Kan er dan uit Nazareth iets goeds komen? In de huidige tijd (2006 dus) is Nazareth een uit de kluiten gewassen en gegroeide stad terwijl Kana een stuk kleiner is. Voor ons is Kana een bekende naam, in de bijbel wordt namelijk gesproken over het eerste wonder wat Jezus deed. Dit was tijdens de bruiloft te Kana. Salomon onze gids acht het waarschijnlijk dat de familie van Jezus een arme familie was en in de tijd van Jezus was het gewoon dat arme mensen ook op bruiloften (van rijke) mensen werden genodigd, zodat ze ook eens wat anders konden eten dan het gewone voedsel. Het wonder dat Jezus in Kana deed waarbij Hij het water in wijn veranderde heeft een heleboel bijzondere aspecten waarvan je naar mijn idee een volledig boek zou kunnen schrijven. Maar een paar puntjes die de gids aanhaalde wil ik graag in dit verslag noteren want die vind ik erg interessant. De kruiken die gebruikt werden voor het reinigingsritueel waren niet van aardewerk zoals de meeste kruiken in die tijd, maar deze kruiken waren helemaal uit steen gemaakt en steen weegt ‘iets’ meer dan aardewerk en naar alle waarschijnlijkheid hadden de mensen in die tijd ook nog geen kraan en moest er een grote afstand worden gelopen om de kruiken te vullen. Ik weet niet meer precies hoe groot de kruiken waren maar er staat me zoiets bij van 80 liter. Jezus gaf de opdracht aan de knechten om deze kruiken tot de rand toe te vullen met water. En dit ‘reinigende’ water veranderde Hij later in wijn. Wat ook bijzonder is dat het wonder gebeurde op de derde dag van de week. Als je helemaal terugbladert in de Bijbel kun je bij het scheppingsverhaal lezen dat God tijdens de derde dag twee keer zei dat het ‘goed’ (tov) was. Dit was ook de dag dat de bomen het gewas en de vruchtdragende planten werden geschapen. Het kerkje in Kana is tegenwoordig katholiek en in de 20e eeuw gebouwd, het gebouw heeft twee torens die man en vrouw symboliseren. Veel mensen die als pelgrim naar Israël komen hernieuwen in deze kerk hun huwelijksbelofte aan elkaar. Na een luchtige blik naar binnen te hebben geworpen bij een aantal souvenirwinkels terwijl we de terugtocht naar de bus aanvaarden leert de praktijk ons weer dat er steeds weer mooie souvenirs bedacht worden. Zo kun je kleine kruikjes en natuurlijk speciale Kana wijn kopen.

Na het bezoek aan het stadje Kana gaan we naar het grote en drukke Nazareth en ondanks dat we daar maar één kerk hebben bezocht, hoeven wij ons niet te vervelen over de grote bedragen die gespendeerd worden ten behoeve van Maria en het kind. Eerlijkheidhalve moet ik zeggen dat ikzelf genoten heb van al de mozaïeken (kunstwerken) die door verschillende landen aan deze twee verdiepingen tellende kerk zijn geschonken. Mozaïeken waarbij Maria en Jezus de ene keer als blanke, een andere keer als neger of als Japanner worden afgebeeld. Deze mozaïeken zagen er vaak heel mooi uit en waren stijlvol opgehangen maar persoonlijk heb ik moeite met deze beeltenis van Maria en Jezus. Binnen de kerk hangt zelfs een mozaïek die voor een groot deel bezet is met echte parels, het bedrag kan niet genoemd worden maar heeft volgens de gids toch zeker 6 nullen, heerlijk dat het nuchtere en veelal protestante Nederland hier geen buitensporige bijdrage aan heeft geleverd. Toch wil de gids ons laten zien wat Nederland heeft geschonken, maar dan moet er toch iemand voor hem op de knieën. Toen Jolanda en Gerben dit doen worden ze gewezen op een kleine en subtiel opschrift op één van de bronzen deuren. Deze deuren zijn namelijk vervaardigd bij een bedrijf in Nederland. Ook bij deze kerk is er een stuk uit Gods Woord voorgedragen ditmaal van de aankondiging van de geboorte van Jezus alsook de lofzang van Simeon, die bezingt dat Jezus geboren is als licht tot openbaring van de heidenen en heerlijkheid van uw volk Israël (NBG) en laat nu net dat laatste stukje zijn weg gelaten bij de tekst die op de kerkdeur staat geschreven. Voor de kerk staat ook een kruis van 78 meter wat hoger is dan in Rome. Salomon zegt ook dat hoewel wij de moeder van Jezus als Maria kennen, zij door de Joden Miriam wordt genoemd.

Na het bezoek aan deze kerk worden we een blinkende souvenirwinkel in geleid, die zo is gevuld met zilver en sieraden dat het pijn doet aan de ogen. In de winkel kan ook koffie worden gehaald, maar een aantal leden van ons reisgezelschap zoeken hun toevlucht tot het koffiehuisje annex ijssalon van de buren. Na het nuttigen van de drankjes en het aanschaffen van souvenirs worden we gemaand tot stilstand om twee minuten stil te zijn voor de soldaten die in verschillende oorlogen en tijdens de uitoefening van hun plicht zijn overleden. Tegenover de wereld die stilstond in Arad bij de twee minuten stilte voor de Holocaust is het verbazend, dat het jachtige leven in deze stad gewoon doorgaat.

Vanuit Nazareth gaan we op weg naar de Karmel. Onderweg rijden we door een natuurgebied waar de Druzen wonen, die van Jetro de schoonvader van Mozes afstammen. Deze groepering die behalve een grote voorliefde voor vechten en strijden heeft, gelooft ook in een groot nog te gebeuren wonder. Deze mensen geloven namelijk dat de Messias niet geboren zal worden uit een vrouw, maar uit een man, om deze reden dragen de mannen van deze groepering ook speciale broeken die kunnen voorkomen dat een plotseling geboren baby met zijn kop op de grond zou kunnen vallen. Op de Karmel aangekomen krijgen we te horen dat de naam Elia in Israel wordt uitgesproken als Elias. Terwijl we verder gaan met deze taalkundige les krijgen we ook te horen dat Baäl een Hebreeuws woord is voor “man”.
Op de Karmel wordt het verhaal verteld van Elia en de Baälpriesters, het einde van het verhaal is dat de Baalpriesters worden onthoofd bij de beek Kison die ons door de gids wordt aangewezen. Vanaf de Karmel gaan we onderweg naar het hotel. Maar eerst hebben we een lunch genuttigd bij de Druzen met verschillende andere Nederlandse groepen in de stralende zon, wat erg warm was. Onderweg rijden we nog door het paradijs oftewel het plaatsje Pardesh wat dichte tuin betekent. Na een stuk gereden te hebben langs de zee komen we ook een energiecentrale tegen die Rabin wordt genoemd en hebben we de enige Ikea van heel Israël van afstand mogen aanschouwen.

Na snel de bagage te hebben gedropt bij het Margoa Hotel gaan we nog een klein bezoekje brengen aan een heel bijzonder project, namelijk het Jaffa project in het gelijknamige plaatsje. We worden allerhartelijkst ontvangen met lekker eten en drinken en krijgen een verhaal en uitleg over het project. Leuk is dat we ook de oprichter van het project hebben mogen ontmoeten namelijk Rabbijn Portowicz aan wie wij de collecte van onze kerkdienst op zondag als aardigheidje mogen overhandigen. Helaas voor Joost wordt het gras onder zijn voeten weggemaaid en kan hij zijn zorgvuldig voorbereide speech niet afsteken bij het overhandigen van de enveloppe. Na deze fijne kennismaking krijgen we een rondleiding in de voedselbank en wordt verteld hoe dit in zijn werk gaat. Onwillekeurig moet ik denken aan de mensen alleen al bij ons in Gouda die op het moment ook gebruik (moeten) maken van zo’n voedselpakket. Na een hartelijk afscheid gaan we terug naar Netanya en hebben we de gids op de trein naar huis gezet waar hij het grote feest ‘de onafhankelijkheidsviering’ gaat vieren.

In het Margoa Hotel waar we logeerden en dat nodig aan renovatie op de hotelkamers toe is, worden we ter compensatie bediend tijdens het eten. Na het eten en de avondsluiting gaat een aantal leden van het reisgezelschap niet alleen op zoek naar een zwoele nacht, maar ook naar het feestgedruis in deze bruisende stad. En warempel Amsterdam tijdens koninginnenacht is er niks bij, het lijkt wel of heel de stad is uitgelopen naar de grote winkelstraat waar de festiviteiten plaatsvinden. Een feest van jewelste. Als het wat donker is geworden, wordt landurig vuurwerk afgestoken dat geweldig mooi is. En na toespraken komen er diverse artiesten optreden om het feest op te luisteren. Wat ook wel mooi is om te zien, naast al de mooie meiden natuurlijk, is dat er een rage is onder kinderen om elkaar onder te spuiten met een soort schuim/ sop, natuurlijk moeten wij daar als nietsvermoedende vakantiegangers ook aan geloven en loopt er af en toe één van ons met een konijnenstaartje of een streep of pluk sop op de kleren. De gids heeft voorspeld dat er veel mensen op de straat zullen zijn en zullen gaan dansen. Terwijl wij voor een deel de grote winkelstraat aflopen, stuiten we op een bandje met orthodoxe Joden die een leuke variant op Klezmermuziek maken en inderdaad daar wordt ook echt gefeest, gesprongen, getold en gezwaaid met vlaggen. Maar het meest bijzondere is dat de jongens en de meisjes wel allebei dansen, maar dan met een groot gordijn ertussen. Het feest gaat tot erg laat door, waardoor een aantal van ons het bed maar een korte nacht hebben kunnen bekijken.

Gerben

 

Woensdag 3 mei: Haifa, Akko en Caesarea

Vandaag is dan toch echt de laatste dag van onze fantastische reis. Aan de ene kant is dat jammer, aan de andere kant is het voor velen ook wel echt genoeg geweest. Dat is ook te zien aan het aantal mensen die vandaag meegingen: we zijn maar met z’n twintigen. Zes mensen gaan dus niet mee. En dat terwijl we nog wel een half uurtje langer mochten slapen! De wekker ging vandaag namelijk pas om half zeven. Maar goed, om zeven uur zitten we weer aan het ontbijt en om acht uur vertrekken we.

We gaan naar Akko, maar zijn eerst een stukje door Haifa gereden. We hebben stilgestaan op een uitzichtpunt, waar we een prachtig uitzicht over de havenstad hadden. We kunnen zien dat Haifa een moderne industrie- en zakenstad is en een prachtige ligging aan de zee heeft. Onderweg door Haifa kwamen we ook een bijzonder heiligdom van het Bahá'í-geloof tegen, namelijk het graf van hun leider, de Bahá'u'lláh.
Om tien uur komen we in Akko aan. Akko is een oude stad, met fundamenten uit de kruisvaarderstijd. Daar wonen nu Arabieren op. De kruisvaarders kwamen in 1099 naar Bethlehem en daarna naar Akko en stichtten daar een stad. Toen ze daar eenmaal woonden, het ging om de monnikenorde van de Hospitalaren, moesten ze zich verdedigen tegen de Arabieren. Daarom vroegen ze toestemming aan de Paus om paarden en zwaarden aan te schaffen. Die permissie kregen ze en zo ontstond er een verdedigingsleger. Dit leger was erg sterk en bestond uit zo’n 300 ruiters. De Knights Hall in Akko was hun burcht. Het valt daar op, dat de kruisvaarders enorme gebouwen bouwden, ontzettend hoog, hele dikke muren, alles is enorm en daardoor erg sterk en moeilijk in te nemen. Na deze Knights Hall lopen we door naar de keuken- en eetzaal, de tunnels die onder de hele stad lopen en tegelijkertijd als waterleiding en vluchtgang dienden, het hospitaal en een overdekte straat, wat eigenlijk een markt was. Vervolgens maken we een voorstelling in een Turks badhuis mee, waar we precies krijgen te zien hoe ruw en hardhandig de mannen daar ‘verwend’ werden. Dit badhuis is gebouwd door Al-Jezzar met stenen uit de kruisvaarderstijd en met zuilen en stenen uit Caesarea.

Via de Via Regis (de koningsweg) lopen we vervolgens naar de karavanserai met de naam Khan-al-Umdan. Ook dit gebouw is gebouwd door Al-Jezzar met zuilen uit Caesarea. Dit was een hostel of een herberg in een vierkant gebouwd, met twee verdiepingen. Beneden sliep het vee en de knechten en er was in het midden een waterput. Boven sliepen de gasten. De gids, Salomon, noemt de mogelijkheid dat in zo’n gebouw voor Jozef en Maria geen plaats meer was en zij beneden tussen het vee een plekje kregen, waar Jezus vervolgens geboren zou zijn. Na dit prachtig bewaarde gebouw lopen we door naar een plek aan de zee, waar het paleis van de tempelieren zou zijn geweest. Hoewel de Arabieren alle andere imposante gebouwen van de kruisvaarders niet verwoest kregen, is hen dit bij dit gedeelte wel gelukt. Van het genoemde paleis zijn namelijk alleen nog wat fundamenten in de zee te zien, de rest is letterlijk met de grond gelijk gemaakt. Inmiddels is het etenstijd geworden en hebben we, na lang in de rij te hebben gestaan, van één tot twee uur geluncht in een restaurant in Akko. Hierna stappen we weer in de bus, op weg naar Caesarea.

Om drie uur komen we in Caesarea aan. Dit is een Romeinse stad en in 22 voor Christus gebouwd door Herodes. De stad is onder heel veel verschillende heersers geweest en is eeuwenlang een bloeiende en rijke haven geweest. In Caesarea lopen we als eerste naar het amfitheater. Dit is een Romeins theater, in dezelfde stijl als de Grieken, maar met gebruik van andere technieken. Er zijn vijf ingangen naar het theater en er konden vijf- tot zevenduizend mensen in. Vroeger was het half overdekt met doeken, tegen de zon. De akoestiek is nu nog steeds prima, toen er beneden een munt viel of er iets gezegd werd, konden we dat bovenin prima horen. Dit theater werd gebruikt voor intellectuele voorstellingen, geïnspireerd op o.a. beroemde Griekse schrijvers, zoals Sofokles en Aristofanes. Vervolgens lopen we door naar wat ooit een complex van paleizen van Herodes de Grote was. Omdat dit echter vlak aan zee lag, is het weggespoeld. Ooit is dit ook het paleis van Pontius Pilatus geweest, waarvan ook een steen met zijn naam erop is gevonden. Nog een stukje verderop, ook aan de zee, zien we vervolgens resten van een circus. Er waren hier vroeger zo’n tien- tot twaalfduizend zitplaatsen en het liep helemaal rondom. Er waren hier allerlei dingen te beleven, zoals worstelen, executies en gevechten met gladiatoren. Dit waren meer voorstellingen voor de gewone man, in tegenstelling tot het theater, wat meer voor de elite was. Later werden er ook paardenraces gehouden en werd het ook wel een hippodroom genoemd.

Vervolgens gaan we naar twee voorstellingen, waarbij Salomon nog wat extra uitleg gaf. We krijgen hier te gezien hoe Caesarea zich door de eeuwen ontwikkeld heeft en onder wiens bestuur het allemaal geweest is. Er is natuurlijk eerst de tijd waarin Herodes leeft, hij zorgt voor bloei en welvaart. Na zijn dood in het jaar 4 voor Christus breekt er een economische crisis uit. Hierna komt de periode waarin Helena regeert, de Byzantijnse periode. In die tijd is iedere Romein christen. Vervolgens dringen Arabieren de stad in en verwoesten Caesarea grotendeels. Hiermee wordt het van een grote, belangrijke havenstad een klein dorpje, zonder haven en economisch belang. Maar met de komst van de kruisvaarders rond het jaar 1000 worden er weer grachten aangelegd en muren gebouwd. De stad telt dan zo’n 5000 inwoners en men gebruikt weer een gedeelte van de haven. Na deze voorstellingen hebben we een korte ontmoeting met Tamara (Marga) Metselaar, die druk aan het werk is in het restaurant van Caesarea. We hebben kort met haar gesproken over hoe het met het haar ging. Ook zijn er over en weer wat spullen uitgewisseld. Tenslotte gaan we via het poortgebouw Caesarea uit. Het is dan rond zes uur.

Als we rond half zeven in het Margoa Hotel in Netanya aankomen, hebben we afscheid genomen van onze gids Salomon en onze buschauffeur Simcha. Ze roepen ons beiden op om Israël niet te vergeten en de mooie kanten van het land te onthouden en door te vertellen. We hebben rond zeven uur ons laatste diner met weemoed genuttigd. Om acht uur wordt iedereen beneden verwacht voor de afscheidsavond. Rita heeft als bijdrage een ontroerend gedicht, Jolanda vertelt de juiste uitslagen van de quiz over het dagmenu die we tijdens het eten gemaakt hebben en Riet en Mariëtte doen een grappige Engelse dialoog. Ook hebben we kort de reis met elkaar geëvalueerd, wat liederen gezongen en de avond afgesloten met gebed. Ik neem aan dat iedereen op tijd naar bed is gegaan, want om drie uur ’s nachts moeten we klaar staan om met de bus naar het vliegveld te vertrekken. Daarvoor krijgen we nog een ontbijt aangeboden.

Mariëtte

 

Donderdag 4 mei: Terug naar Gouda

Onze laatste dag begint al om 2 uur na middernacht. Dat is wel erg vroeg !
Ontbijt in het hotel en om drie uur verlaat de bus de badplaats Netanya,. Onze medereizigers Dik en Lies blijven hier nog een paar dagen logeren om uit de rusten van de reis en na te genieten. Door de nacht rijden we richting Tel Aviv, naar vliegveld Ben Gurion. De veiligheidsmaatregelen op het vliegveld zijn nodig en geven zekerheid dat alles wordt gedaan om het welzijn van alles en iedereen te waarborgen. Net als op de heenreis vliegen we ook nu weer met Cyprus Air en we vertrekken om even over zevenen richting Larnaca op Cyprus. Ook daar weer wat checks en vervolgens per CY 498 richting Nederland.

Door ervaring wijs geworden, belt Henk onmiddellijk na aankomst op Schiphol met de busfirma en zo staat de bus al op ons te wachten als we uit de aankomsthal komen. Ook dat was prima geregeld. Als we Gouda naderen sluit Henk onze reis af met een dankgebed. Bij aankomst om 3 uur bij de Brug staan de afhalers al te wachten. Na het uitladen van de koffers nemen we afscheid van elkaar en gaat ieder haars / zijns weegs.

We kijken allen terug op een geweldig interessante en heerlijke reis met prima leiders en een bijzonder fijne groep mensen. Over een paar maanden, namelijk op 16 september, hopen we als groep weer bij elkaar te komen voor de reünie in de Livingstoneschool.

Riet

 

Deelnemerslijst

Ds. G.H. (Hette) Abma
Mw. N. (Nel) Abma – de Roon
Dhr. G.H. (Gerben) van den Brink
Mw. A. (Ank) Golverdingen
Dhr. A.G. (Gerton) van Hanswijk
Mw. M.T. (Mariëtte) van Hanswijk – Verboom
Mw. J.A. (Jolanda) Klaasse
Ds. H.E.J. (Henk) van der Laan
Mw. M.J. (Riet) Olivier – Heijmenberg
Dhr. H. (Huig) Oosterwijk
Mw. M.L. (Marrie) Oosterwijk – Evengroen
Mw. A. (Nolly) Plokkaar
Dhr. A.G. (Anne) Prins
Dhr. M.J. (Marius) van Rouwendal
Mw. J. (Hannie) van Rouwendal – Huisert
Mw. M.S. (Marianne) Veraar – Kuiken
Dhr. J.A.G. (Jaap) Verboom
Mw. T.J. (Teuna) Verboom – Burger
Dhr. T.L. (Tom) Verboom
Dhr. J.G. (Joost) Verboom
Dhr. C. (Catharinus) van der Vis
Mw. M. (Rita) van der Vis – Gelderblom
Dhr. D.J. (Dik), Winkelman
Mw. E.W.M. (Lies) Winkelman – van Donk
Dhr. J. (Jan) Zuurmond
Mw. J.C. (Anneke) Zuurmond – Roos

 



Wikipedia  Browsehappy  Get Firefox   Valid XHTML 1.0  Valid CSS